Wetenschappers denken een dier of plant voldoende in de smiezen te hebben om er met enig gezag uitspraken over te doen maar jaren, zelfs eeuwen, later blijkt het studieobject plots meer dan zichzelf te verbergen. Biologe Els Thieren van de Universiteit Leuven heeft van een dergelijke aha-ervaring het onderwerp van haar doctoraat gemaakt. De interesse van Thieren ging oorspronkelijk enkel uit naar de Europese steur (Acipenser sturio), een iconische vis, die echter zo goed als uitgestorven is door waterbeheerwerken en overbevissing. Enkel in de Gironde, nabij Bordeaux, leeft nog een kleine steurenpopulatie. Botmateriaal uit musea en archeologische sites tonen echter het voorkomen aan van de Atlantische steur (Acipenser oxyrinchus). Deze soort leeft nu nabij de noordoostkust van het Amerikaanse continent maar had vroeger blijkbaar een veel ruimer verspreidingsgebied.

Acipenser sturio, de Europese steur © Bloch 1784
Acipenser sturio, de Europese steur © Bloch 1784
Acipenser oxyrinchus, de Atlantische steur © Fish and Wildlife Service, USA
Acipenser oxyrinchus, de Atlantische steur © Fish and Wildlife Service, USA

Probleem bij dit onderzoek is echter dat de Europese steur en de Atlantische steur zo goed op elkaar lijken. Ze zijn als tweelingen, van wie bijna enkel de ouders hen uit elkaar kunnen houden. Dat geldt zowel voor hun uiterlijk als voor het botmateriaal van hun skelet. Op basis van het botmateriaal en genetisch onderzoek kwam Thieren tot de conclusie dat de Atlantische steur al tijdens het mesolithicum het Europese continent bezwom. Het is zelfs waarschijnlijk dat de soort hier eerst was en pas later vanuit het zuiden het gezelschap kreeg van de Europese steur. Dat maakt van onze steur plots een immigrant. Wel een goed geïntegreerde, want tot in postmiddeleeuwse vindplaatsen treffen onderzoekers botten van beide steurensoorten samen aan. Deze vissen hebben dus een samenlevingsmodel gevonden en zijn hier en daar zelfs een gemengd huwelijk aangegaan, waaruit zogenaamde hybriden voortkwamen. Tot beide soorten in Europa stilletjes (bijna) uitstierven.

Schilderij van een viskraam door Emanuel de Witte uit de late 17de eeuw met vooraan een steur © Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam

Markant aan dit verhaal is natuurlijk dat de ene steur de andere zo lang heeft kunnen verbergen. Nochtans kregen deze dieren eeuwenlang alle aandacht, zeker omdat ze in historische tijden al zeldzaam waren. Na vangst boden vissers een steur graag aan feodale heren en kerkelijke leiders aan. Hij is de blikvanger van menig geschilderd stilleven, dat de rijkdom van het zilte en zoete water in de verf zet. Al sinds mensenheugenis bestuderen biologen de steur en archeologische botonderzoekers doen dat sinds de laatste eeuw ook. En toch heeft niemand opgemerkt dat zich achter de ene steur een andere verborgen hield.

Het volledige verhaal lees je binnenkort in Ex situ 11. Bestel dus snel je gratis nummer!

Reacties zijn gesloten.